In de
winter voeren wij altijd de vogels, we hebben van die buizen hangen met zaad en
houders waar een blok vet in kan. We hebben veel dankbare afnemers zoals het
roodborstje, heggemus, koolmees, pimpelmees, vink, keep, winterkoninkje, merel,
duiven en de grote bonte specht. Dat blijft een bijzondere gast om te zien met
zijn prachtige verenkleed in wit, zwart en een beetje rood.
Zomers zijn
er meer soorten dan zien we ook de boomklever, boomkruiper, puttertjes en soms
een zwerm staartmeesjes. Staartmezen zijn nooit alleen, die komen wel met zijn
tienen of meer. Ook zien we
af en toe het goudhaantje, met zijn mooie gele streepje op zijn kop.
Nu ik dit
zo zit te tikken bedenk ik me ineens dat we best heel veel soorten hebben, komt
dat waarschijnlijk doordat we op de vlakte wonen, met naast ons een stukje bos. Uiteraard
hebben we ook eksters en vlaamse gaaien maar die horen niet in het rijtje leuke vogels.
Grote rovers zijn het, nee die zijn geen favoriet.
Nog een
grote rover is de sperwer, deze zit vaak op een tak even verderop, hij (of zij)
wacht zijn kans af en grijpt in zijn vlucht een van de vogeltjes. Niet leuk
natuurlijk maar ook die vogels hebben honger. Ze mogen gerust van het zaad en
vet eten maar ze hebben liever een klein vogeltje welke zich niet heeft vol gegeten.....
Geen opmerkingen:
Een reactie posten