We hebben onze eigen tuinbonen in de moestuin, we proberen ze altijd te plukken als er mooie kleine boontjes inzitten.
Maar er zijn altijd peulen die al wat te groot zijn en dus ook grote bonen hebben. Bij ons thuis noemde we tuinbonen ‘grote bonen’ we kregen ze altijd van mijn opa die ook een moestuin had.
Het waren dan ook echt grote bonen, hij liet ze namelijk zolang aan de struik hangen tot het lekkere grote peulen waren met daarin 'grote bonen'.
Hij deed dat ook met de komkommer, apetrots was ie dan als hij met een eigen geteelde komkommer kwam. Zo dik als een arm, dus vol met zaden, maar we aten hem op en vonden het nog lekker ook.
De (te) grote tuinbonen dus, ik sorteer de gedopte tuinbonen altijd en hou de grootste apart in een zak ik de vriezer. Deze worden gebruikt voor gerechtjes waarvoor je ze dubbel moet doppen en daar is tuinbonenpuree er eentje van.
Heerlijk op een stokbroodje als lunch of op een crostini. Het is lekker om er nog wat lenteui, parmezaan, pecorino of geitenkaas over te strooien.
Dit recept komt uit 'Vers uit de tuin' van Sarah Raven, het is een heel simpel en puur recept.
Ingrediënten:
150 g tuinbonen, gedopt gewicht
3 el extra vergine olijfolie
sap en geraspte schil van een citroen (of naar smaak, ik vind dit wat te veel)
handvol fijngesneden munt
zout en zwarte peper
Bereidingswijze:
Kook de bonen in circa 5 minuten beetgaar, giet ze af in een vergiet en spoel ze onder de koude kraan. Druk ze met je vingers uit hun vliesje. Pureer ze met de olijfolie, citroensap en rasp, munt en flink zout en peper. Je kunt het lang pureren voor een gladde puree, je kunt het ook wat grover laten.
Het is ook lekker om er Parmezaanse kaas of ansjovis aan toevoegen, ook wordt er nog wel komijn door gedaan dan krijgt het weer een heel andere smaak.