Kleine appelkruimeltaartjes

Wat te doen als het de hele middag giet van de lucht, bakken natuurlijk.

Niks leukers dan lekker in de keuken te rommelen als de regen op de ramen klettert.

En wat is er lekkerder dan zelfgebakken appeltaart. Dus aan de slag.

Er staat al wat recepten op de blog voor appeltaart dus is het de uitdaging om weer wat nieuws te maken. Kleine eenpersoons appeltaartjes die staan er nog niet op dus dat moesten ze worden.

Deze eenpersoonsvormpjes komen bij Dille & Kamille vandaan, acht stuks. Ik heb ze ook vaak genoeg bij de kookwinkel gezien (en in mijn handen gehad) maar daar zijn ze bijna vier keer zo duur.

En als je er dan acht wilt wordt het een dure grap. Ze zijn wel veel mooier maar voor die paar keer dat ik ze gebruik voldoen deze prima.

Het recept is een beetje een mengelmoes van meerdere recepten.

PS Als het niet regent zijn deze appeltaartjes ook leuk om te maken en lekker om te eten....

Ingrediënten:

Voor het deeg:

100 g walnoten, fijngemalen

200 g bloem

125 g suiker

100 g boter, in blokjes

1 ei

snufje zout

Voor de kruimels:

75 g boter

100 g suiker

100 g bloem

1 tl kaneel

Voor de vulling:

500 g moesappels, geschild en in blokjes

50 g suiker

8 kleine taartvormpjes met losse bodem, ingevet

Bereidingswijze:

Doe alle ingrediënten voor het deeg in een keukenmachine en draai tot het deeg een bal vormt.

Doe het deeg in plasticfolie en laat het ca. een uur rusten in de koelkast.

Maak ondertussen de kruimels door alle ingrediënten met je vingertoppen door elkaar te kneden tot je mooie kruimels hebt. Dit kan ook in een keukenmachine maar let op, draai niet te lang.

Ik had geen moesappels daarom heb ik de appelblokjes even gekookt, samen met de suiker tot het een grove appelmoes was. Dit hoeft niet maar anders wordt de appel droog, met moesappels heb je hier geen last van.

Verwarm de oven voor op 200 °C.

Rol het deeg uit tot een dunne lap en steek hier rondjes uit. Bekleed hiermee de taartvormpjes.

Verdeel de appel over de vormpjes en bestrooi deze met de kruimels.

Bak de taartjes ca. 25 minuten mooi goudbruin en gaar.

Laat de taartjes op een rooster afkoelen voordat je de vormpjes verwijderd.

Pasta met tomaat en kaas uit de oven

Lasagne is waarschijnlijk wel de bekendste pasta uit de oven.  En ik kan niet anders zeggen dan dat het heerlijk is, maar wel altijd wat werk voor het op tafel staat. Je kunt natuurlijk een doos van Knorr gebruiken dan is het zo klaar, maar dat vind ik geen optie.

Op zich is het niet erg dat het wat werk is maar na een dag werken heb ik daar niet altijd zin in, dan heb ik trek en moet het niet te lang duren.

Deze pasta uit de oven komt uit 'Jamie's Italië' van Jamie Oliver en is zo klaar.

In het recept wordt de tomatensaus gepureerd, ik heb dat niet gedaan, ik vind het juist wel lekker als er nog wat herkenbare stukjes in zitten.

Als pasta kun je ook van alles gebruiken, ik had spelt strozzapreti maar dat was omdat het er lag.

Ik ga deze pasta uit de oven beslist van de zomer nog een keer maken en dan met eigen tomaten en als extra een courgette.

Erbij is een groene salade heerlijk, het liefst uit eigen tuin ;-)

De foto's zijn genomen voordat de schaal in de oven ging, maar goed ook, het was op voordat ik erg in had....

Ingrediënten voor 4 personen:

flinke scheut lekkere olijfolie

1 flinke ui, gesnipperd

2 flinke tenen knoflook, fijngehakt

3 blikken gepelde tomaatstukjes á 400 gram

½ tl chilivlokken, of naar smaak

rodewijnazijn

flinke handvol basilicumblaadjes

400 g gedroogde pasta

4 flinke handen vol vers geraspte Parmezaanse kaas

3 bollen mozzarella á 120 gram, in plakjes

zout en versgemalen peper

Bereidingswijze:

Verwarm de oven voor op 200 °C.

Kook de pasta volgens de aanwijzing op de verpakking, giet af en doe terug in de pan.

Doe de olijfolie in een (hapjes)pan, doe er de ui, knoflook en chilivlokken bij en laat op een zacht vuur een minuut of 10 bakken, tot ze zacht maar niet gekleurd zijn.

Doe er de gepelde tomaatstukjes bij en breng aan de kook, laat het een minuut of 20 zachtjes pruttelen. Nu kun je de saus pureren of zo laten.

Breng op smaak met zout en peper en een scheutje rodewijnazijn.

Schep de helft van de saus en een handje Parmezaanse kaas door de gekookte pasta.

Doe een laagje van de pasta in een met olijfolie ingevette ovenvaste schaal of braadslee, twee kleintjes kan ook.

Hierop gaat wat van de tomatensaus, Parmezaanse kaas, mozzarella en basilicum, herhaal deze stappen tot alles op is.

Eindig met mozzarella, basilicum en wat geraspte Parmezaanse kaas. Zet de schaal of schalen ca. 15 minuten in de oven tot de bovenkant mooi goudbruin en krokant is.

 

Volkorenbrood met pitten, zaden en havervlokken

Dit is het ook weer een lekker recept voor volkorenbrood uit het nieuwe boek van Levine 'Brood uit eigen oven' (http://uitdekeukenvanarden.blogspot.nl/)

Ik gebruikte al vaker een recept van Levine maar dit is toch weer iets anders, je maakt nu van de voren een voordeeg of poolish.

Het is een lekker gevuld brood door de zaden en ook de havervlokken op de korst maken het lekker.

Ik maak altijd 2 broden tegelijk, is het even meer de moeite voor hetzelfde werk.

Ik verdeel het deeg over twee broodblikken, wat dus resulteert in twee busbroden, die we vervolgens gesneden in de vriezer doen.

Hier kunnen we dan ruim een week van eten.

Onze broodblikken zijn alleen een beetje aan de grote kant, daardoor zijn de broden nooit zo hoog. Ook heb ik het idee dat het ene of het andere volkorenmeel nog wel eens scheelt wat rijzen aangaat. Maar kleine of grote sneeën, het maakt voor de smaak niet uit, zelfgebakken is sowieso heerlijk!

Ingrediënten (voor 2 broden)

Poolish

500 gr volkorenmeel.

500 gr water van 20 °C.

3 gr instantgist

Deeg

De poolish.

200 gr water, 20 to 25 °C.

500 gr volkorenmeel

5 gr instantgist

18 gr zout

30 gr zachte, ongezouten roomboter

50 gr pompoenpitten

60 gr zonnebloempitten

40 gr lijnzaad

Extra

Zonnebloemolie om bakblikken, kom, werkblad en handen mee in te vetten.

Havervlokken voor de bovenkant van het deeg.

2 bakblikken, ingevet met olie

Bereiding poolish

Begin hiermee zo'n 6-8 uur van tevoren.

Ik heb het de avond van tevoren gedaan voordat ik ging bakken.

Roer het volkorenmeel, het water en de gist in een niet te kleine kom door elkaar met een pollepel. Het geheel gaat nog wel aardig rijzen.

Dek de kom af met ingevet plasticfolie of een douchemuts en zet het weg op kamertemperatuur.

Bereiding deeg

Doe alle ingrediënten (incl. poolish) in een mengkom. Kneed deze massa ongeveer 10-15 minuten met de machine, eerst langzaam en vervolgens op middelmatige snelheid. Wij hebben het met de machine gedaan en dat ging prima zo. Het deeg is eerst wat nat maar zal al spoedig soepel worden totdat het van de wand loslaat.

Wanneer je er een vliesje van kunt trekken, is het lang genoeg gekneed.

Maak een bal van het deeg en doe het in een licht met olie ingevette kom, zorg dat alle kanten een beetje met olie bedekt zijn en dek het af met een stuk plastic folie of een plastic douchemuts.

Laat het deeg nu ongeveer 45 - 60 minuten rijzen op kamertemperatuur. Ik heb het 1 uur gedaan, het deeg hoeft niet helemaal in volume te verdubbelen.

Hangt een beetje van de temperatuur af, hoe warmer des te korter de rijstijd.

Als je er met je vinger in prikt moet er een gat blijven staan, dan is het deeg voldoende gerezen.

Leg het deeg vervolgens op een licht geolied werkblad en vouw met je handen totdat alle lucht eruit is.

Verdeel het deeg in 2 stukken, bol het deeg losjes op en laat het afgedekt zo'n 20 minuten rusten.

Duw hierna iedere bol met je knokkels of deegroller op je werkblad vlak tot je een rechthoek van dezelfde dikte krijgt die ongeveer tweemaal zolang is als je bakblik. Vouw de smalle zijden tot het midden naar binnen zodat je een rechthoek krijgt die iets korter is dan je bakblik.

Rol of druk dit stuk ook weer plat (niet breder dan je bakblik) en begin het vervolgens vanaf de verste kant het deeg strak naar je toe op te rollen. Knijp tenslotte de ontstane naad dicht.

Maak de bovenkant nu wat nat met water en rol deze door de havervlokken.

Leg het deeg nu met de naad naar beneden in het bakblik.

Dek het geheel weer af met ingevet plasticfolie. Wij gebruiken hiervoor een kartonnen doos, die we gebruiken als rijskastje.

Laat het deeg nu ongeveer 60 minuten rijzen op ongeveer 28-30 °C.  totdat ze bijna in volume zijn verdubbeld. Het deeg is voldoende gerezen als je er met een natte vinger op drukt en de afdruk langzaam terug veert.

Verwarm intussen de oven op 220 °C., onder-en bovenwarmte.

Als je met hete lucht wilt bakken, verlaag dan de temperatuur met 20 °C.

Zet gelijk een braadslede in de oven om later stoom mee op te wekken.

Is de oven op temperatuur en het deeg gerezen, zet dan de bakblikken op de bakplaat of rooster en vul de braadslede met ongeveer 1,5 L kokend water. Sluit hierna direct de ovendeur.

Verlaag na 20 minuten de temperatuur naar 200 °C. en verwijder de braadslede. Bak het brood nog eens 20 minuten tot het gaar en bruin is.

Haal het brood als het klaar is uit de bakblikken en laat afkoelen op een rooster.

Pittige curry met kip

Het ziet er op de foto niet zo aantrekkelijk uit maar schijn bedriegt, dat was het wel.

Een heerlijk curry met kip uit het boek 'Rick Stein ontdekt de Oriënt'.

In heel veel curry's zit galanga, limoenblad en citroengras, dan is het bijna al geslaagd want, wat zijn dat toch heerlijke smaken. Die smaken kom je in de Chinese keuken helemaal niet tegen, wat ik niet snap, ik neem aan dat het daar ook groeit.

De Chinese keuken is dan ook totaal anders dan bijvoorbeeld de Thaise, Balinese, Sri Lankaanse of Maleise keuken waar dit recept vandaan komt.

Ik kan gewoon trek hebben in een van de vele curry's, en zodra de currypasta is gemaakt wordt dat alleen maar erger, de hele keuken begint dan al heerlijk te ruiken. 

Ingrediënten kruidenpasta:

4 gedroogde kashmirichilipepers, 30 minuten in warm water geweekt en afgegoten

78 g sjalotjes, in dunne plakjes

de kern van 3 dikke stengels citroengras, gehakt

1 tl garnalenpasta

25 g galangawortel, geschild en grof gehakt

2 el plantaardige olie

Overige ingrediënten:

2 el plantaardige olie

1.5 kg kip in 8 stukken

2 stengels citroengras, gekneust met een deegroller en dan gehalveerd

4 kaffirlimoenblaadjes

1 tl palmsuiker

sap van 1 limoen

Bereidingswijze:

Maal voor de kruidenpasta alle ingrediënten in een keukenmachine tot een smeuïge pasta.

Verhit de olie in een middelgrote pan op half hoog vuur, doe de stukken kip erbij en bak deze rondom lichtbruin.

Haal de kip uit de pan en zet even opzij. Giet het meeste vet uit de pan, houd ongeveer twee eetlepels over.

Doe de kruidenpasta in de pan en bak dit een minuut of 5. Voeg de gekneusde citroengras, kaffirlimoenblad, 200 ml water en de kip toe en laat het ca. 40 minuten zacht sudderen tot de kip mooi gaar is en de saus voor de helft ingekookt. Draai de stukken kip regelmatig om.

Roer de palmsuiker, het limoensap en zout naar smaak door het gerecht en serveer. 

Lekker met witte rijst en boontjes.

  

Limoentaartje met een vleugje chili

De Chinese keuken is heerlijk, er zijn zo veel recepten met vlees, vis en ook vegetarisch kun je je lol op.

Maar aan desserts ontbreekt het een beetje, vers fruit en een kopje Chinese thee dan heb je het wel gehad.

Het is natuurlijk het leukst om na een Chinees etentje een dessert te serveren wat er een beetje bij past. Dus geen griesmeelpudding of stoofpeertjes.

Maar wat dan wel, dat was nog even de vraag....

Tot ik Matt Preston van Masterchef Australië dit limoentaartje zag maken, toen wist ik het, die moest het worden. Limoen en chilipeper kan toch niet beter.

Ik had er ook mangopudding en lycheegranita bij gemaakt, een bord vol met allemaal kleine toetjes, heerlijk.

Maar ook bij de koffie of thee misstaat een lekker stuk van dit limoentaartje niet, met of zonder de chili jam.

Ingrediënten:

150 g biscuitjes

50 g gedroogde kokos, licht geroosterd

100 g boter, gesmolten

250 ml slagroom

1 blikje gecondenseerde melk

Geraspte schil van 3 limoenen

Sap van 2 limoenen

Bakvorm van ca. 20x30 cm. Bekleed met bakpapier

Voor garnering:

3 limoenblaadjes in smalle reepjes gesneden

Chili limoen siroop:

25 g kristalsuiker

Sap van 1 limoen

1 rode chilipeper, zonder zaad, heel fijn gesneden

Werkwijze:

Verkruimel de biscuitjes, meng er de geroosterde kokos en gesmolten boter door.

Verdeel dit over de bodem van de bekleedde vorm. Zet in de koelkast.

Klop de slagroom tot zachte pieken.

Doe de gecondenseerde melk in een andere kom en klop dit tot het dikker wordt.

Meng hier de limoenrasp en sap door.

Meng voorzichtig de geklopte slagroom door het gecondenseerde melk mengsel.

Verdeel dit over de biscuitbodem en strijk de bovenkant glad.

Zet in de koelkast voor tenminste drie uur.

Maak ondertussen de chili limoen siroop.

Doe de suiker, limoensap en chili in een klein pannetje op middelhoog vuur en breng aan de kook. Laat het circa 5 minuten koken tot het wat dikker wordt.

Roer ondertussen zodat de suiker mooi oplost.

Giet in een kommetje en laat afkoelen.

Verwijder de vorm, snijd de afgekoelde taart in stukjes, verdeel er de in reepjes gesneden limoenblad over en bedruppel met wat van de siroop.

Salade van quinoa, geroosterde bietjes en pecannoten

Quinoa één van de superfoods van nu, dat is ook wel te merken, er is een tekort en de prijs is zeker verdubbeld. We eten het niet vaak, ik vergeet het gewoon.

Maar toen ik dit recept tegen kwam heb ik het gelijk dezelfde week gemaakt. Geroosterde rode bietjes, geitenkaas, pecannoten dat kan niet anders dan dat het heerlijk is.

Het recept komt uit 'Boodschappen' zeg maar net als de Allerhande maar dan van Deen supermarkten.

Voorheen zou dit echt een recept zijn uit het boekje van de Ecoplaza, gelukkig is dat niet meer zo. Ook de 'gewone' supermarkt speelt in op gezond eten. Je kunt er voor de meest vreemde ingrediënten terecht.

Wat ik al verwachtte, een heerlijke maaltijdsalade, Evert zag het eerst niet zo zitten, maar zoals wel vaker met salades, vond hij het achteraf best wel lekker. Er werd dan ook gretig voor een tweede keer opgeschept.

Als we van de zomer onze eigen bietjes weer hebben dan komt dit zeker vaker op tafel, en dan lekker buiten in de zon......

Ingrediënten voor 4 personen:

200 g quinoa

400 g rauwe bietjes, geschild

2 rode uien, geschild

2 el olijfolie

1 tl tijmblaadjes

200 harde geitenkaas of feta, verbrokkeld (ik heb Bastiaanse blauwe geit gebruikt)

1 bosje peterselie, grof gehakt

50 g pecannoten, geroosterd en grof gehakt

zout en versgemalen zwarte peper

Bereidingswijze:

Verwarm de oven voor op 220 °C.

Was de quinoa en kook deze volgens de aanwijzingen op de verpakking (ca. 30 minuten)

Snijd de bieten en rode uien in gelijke parten, schud ze om met de olijfolie, tijm en grof zeezout. Verdeel ze over de bakplaat of braadslee. Rooster ca. 30 minuten in het midden van de oven. Schep tussendoor een keertje om.

Meng de quinoa, bieten, uien, kaas en peterselie voorzichtig door elkaar en breng op smaak met zout en peper.

Bestrooi met de pecannoten en serveer lauwwarm.

Zachte witte broodjes

Dit is het ook weer een recept voor brood uit het nieuwe boek van Levine 'Brood uit eigen oven' (http://uitdekeukenvanarden.blogspot.nl/) Er staan heel veel lekkere dingen in die je allemaal wel wilt proberen. Maar ja, je moet het ook allemaal weer opeten…

Nu dus deze witte broodjes, het recept is voor 16 stuks. Wij vonden ze iets aan de kleine kant, ik denk dat we volgende keer 12 stuks van dezelfde hoeveelheid maken maar dat is persoonlijk natuurlijk.

Ze zijn in ieder geval altijd wel makkelijk om op voorraad te hebben en eigenlijk overal voor te gebruiken.

B.v. voor een hartige snack zoals een broodje kroket, hamburger, slaatje, oude kaas met roomboter of gewoon bij de soep.

Ingrediënten:

560 g tarwebloem.

9 g instantgist.

10 gr zout.

10 gr suiker.

60 gr ongezouten roomboter, gesmolten en afgekoeld tot lauwwarm.

250 gr volle melk, 20-25 gr. C.

100 gr ei op kamertemperatuur (2 middelgrote eieren).

Extra

1 ei, losgeklopt met een eetlepel water om de bovenkant mee in te smeren.

Je kan hier ook een beetje van het ei voor het deeg apart houden omdat je maar heel weinig nodig hebt. Scheelt weer een ei, we blijven tenslotte Hollanders…

Sesamzaad of maanzaad om na het insmeren te bovenkant mee te bestrooien.

Zonnebloemolie om kom, werkplek en handen mee in te vetten.

1 a 2 bakplaten.

Bereiding deeg

Doe de ingrediënten in een mengkom. Kneed deze massa ongeveer 10-15 minuten met de machine, eerst langzaam en vervolgens op middelmatige snelheid. Wij hebben het met de machine gedaan en dat ging prima zo.

Het deeg is eerst wat nat maar zal al spoedig soepel worden totdat het van de wand loslaat.

Wanneer je er een vliesje van kunt trekken, is het lang genoeg gekneed.

Maak een bal van het deeg en doe het in een licht met olie ingevette kom, zorg dat alle kanten een beetje met olie bedekt zijn en dek het af met een stuk plastic folie of een plastic douchemuts.

Laat het deeg nu ongeveer 1 uur rijzen op kamertemperatuur. Ik heb het 1 uur gedaan, in ieder geval tot het deeg ongeveer in volume is verdubbeld. Hangt een beetje van de temperatuur af, hoe warmer des te korter de rijstijd.

Als je er met je vinger in prikt moet er een gat blijven staan, dan is het deeg voldoende gerezen.

Leg het deeg op een licht geolied werkblad en vouw met je handen totdat alle lucht eruit is.

Verdeel het deeg in 16 (of 12) gelijke stukken met een deegsteker en bol deze stukken licht op. Laat deze zo'n 10 minuten afgedekt rusten.

Bol ze hierna nog iets op om er vervolgens een rond bolletje van te maken.

Leg de broodjes nu met ongeveer 5 cm tussenruimte op de bakpla(a)t(en) .

Bestrijk de broodjes met het ei-mengsel en bestrooi naar voorkeur met sesamzaad of maanzaad.

Dek het geheel weer af met ingevet plasticfolie.

Laat het deeg nu ongeveer 60 minuten rijzen totdat ze bijna in volume zijn verdubbeld. Het deeg is voldoende gerezen als je er met een natte vinger op drukt en de afdruk veert langzaam terug.

Stook intussen de oven op naar 200 gr. C, onder-en bovenwarmte.

Als je met hete lucht wilt bakken, verlaag dan de temperatuur met 20 gr. C.

Bak de broodjes in 15 - 20 minuten gaar en bruin.

Laat de broodjes als ze klaar zijn afkoelen op een rooster.

En dan: smullen maar (ook lekker met boter en jam…)

Pompoen- zoete aardappelsoep

Ik zag een filmpje op youtube voorbij komen waar deze soep zo ongeveer werd gemaakt.

Pompoen hebben we nog uit de eigen tuin net als uien en knoflook, alleen de zoete aardappel moest ik kopen. Dat is nog wel eens iets om ook zelf proberen te kweken of eigenlijk poten. Dat zou toch leuk zijn, je eigen zoete aardappels. Schijnt nog niet zo eenvoudig te zijn, maar proberen kan altijd.

Wat me erg aansprak met deze soep is dat deze niet gepureerd werd, het is een grove soep.

Dat ik daar nou zelf niet opgekomen ben, ik doe altijd hup de staafmixer erin. Ik vind dit lekker, je eet stukjes pompoen en zoete aardappel, heel anders dan de gepureerde versie.

Als laatste heb ik er nog wat groene kool doorgedaan, dat stond nog op de tuin. Dat kan ook spinazie of boerenkool zijn. Een handje gare boterboontjes of kikkererwten is ook nog een lekkere aanvulling.

Een heerlijke maaltijdsoep helemaal met een zelfgebakken broodje.

Ingrediënten:

olijfolie of koolzaadolie

1 flinke ui, gesnipperd

2 tenen knoflook, gesnipperd

1 kleine winterwortel, in stukjes

1 grote zoete aardappel, geschild en in stukjes

1 kleine pompoen (Uchiki Kuri), geschild en in stukjes

1 dessertlepel komijnzaad

1 dessertlepel venkelzaad

1 liter groentebouillon

een paar handen gesneden groene kool, of boerenkool of spinazie

zout en peper

Bereidingswijze:

Zet een flinke pan op middelhoog vuur en doe er een scheut olijfolie of koolzaadolie in.

Doe er de uien, knoflook en wortel bij en laat dit een minuut of 7 lekker bakken.

Doe er dan de zoete aardappel, pompoen, komijnzaad en venkelzaad bij en bak dit al roerend een minuut of 3.

Giet de bouillon erbij en breng aan de kook. Laat het geheel een minuut of 20 zachtjes koken tot de pompoen en zoete aardappel gaar zijn.

Je kunt nu de soep pureren, zo laten of even de pureestamper erdoor halen, net wat je lekker vindt.

Als laatste gaat de groene kool of boerenkool of spinazie erbij. Laat dit even slinken, breng op smaak met zout en peper en schep in flinke kommen.

Een sliertje olijf- of koolzaadolie maakt het helemaal af.