Pompoen met orzo, halloumi en winterpostelein

Iedereen die het wilde kreeg vorige week een zakje met winterpostelein bij Biologisch Dynamisch Tuindersbedrijf de Lepelaar. Het was om de winterpostelein te promoten. Zij telen het zelf, het is een perfecte wintergroente, bomvol vitamine C, calcium en ijzer, het kan goed tegen de kou en heeft een hekel aan kunstmest, ideaal dus voor de bioteelt. Ook ik kreeg een zak vol mee. Je kunt er een stamppotje van maken maar ook rauw is het heel goed te eten. Wel wat kleiner snijden anders heb je van die lange stelen in je mond.

Zaterdag had ik zelf pizza gebakken, daar doe ik ook wel eens een flinke pluk rucola op (uit de oven.....) maar nu heb ik daar de winterpostelein op gedaan.

Wat over was heb ik door deze pompoen salade gedaan, heerlijk vonden we het.

Evert vroeg waar het recept uit kwam, 'uh nergens uit', ik heb maar wat gedaan.

Of ik het dan wel wilde opschrijven zodat ik het nog eens kan maken. Nou bij deze.

Je kunt natuurlijk naar hartenlust variëren:

Zoete aardappel ipv pompoen

Geitenkaas of feta ipv halloumi

Waterkers of rucola ipv winterpostelein

Ingrediënten:

1 kleine uchiki kuri pompoen, geschild en in stukken

2 rode uien, in parten

3 tenen knoflook, in de schil

olijfolie

zout en versgemalen peper

200 g orzo of andere pasta

200 g halloumi

1 el sumak

Paar handen winterpostelein, gewassen en grof gesneden

Bereidingswijze:

Verwarm de oven voor op 180 °C.

Doe de stukken pompoen, parten ui en knoflook in een flinke braadslede, besprenkel met olijfolie en bestrooi met wat zout. Zet ca. 45 minuten in de oven tot de pompoen gaar is en begint te kleuren.

Haal uit de oven en zet op een rooster.

Haal de teentjes knoflook uit hun velletje, snijd deze in kleine stukjes en meng door de pompoen.

Kook de pasta volgens de aanwijzing op de verpakking, giet af en meng dit door het pompoenmengsel.

Verhit een grilpan tot deze goed heet is. Snijd de halloumi in plakken van ca. 1 cm dik en bestrijk deze dun met olijfolie.

Leg de plakken een paar minuten in de hete grilpan tot er mooie grillstrepen op staan. Keer de plakken halloumi om en grill de andere kant ook tot er grillstrepen opstaan. Haal de halloumi uit de grilpan, snijd deze in kleinere stukjes en meng door het pompoen, pasta mengsel. Strooi er de sumak en winterpostelein over en meng het voorzichtig door elkaar.

Breng eventueel nog op smaak met zout en peper, besprenkel met nog een beetje olijfolie en dien op.

  

Lasagne met boerenkool en paddenstoelen

Mmmm lekker boerenkool, maar niet in de stamppot maar in de lasagne.

Ik weet het nog steeds tegen te houden dat we boerenkoolstamppot eten, maar ik kan het niet lang meer rekken. De vorst moet erover was aldoor mijn verweer, maar ja we hebben vorst gehad dus daar kan ik niet meer mee aankomen.

Ach en zo erg is het nou ook weer niet, lekkere smeuïge puree maken en een goede rookworst doen een hoop.

Maar eerst nog dit recept, lasagne met boerenkool tja waarom niet, je kunt natuurlijk van alles tussen de pastavellen stoppen. Het hoeft niet altijd tomatensaus met gehakt te zijn zie bijvoorbeeld ook: lasagne met groene kool en pompoen of lasagne met pompoen en geitenkaas

Dit recept komt uit Veg, ik blijf het een geweldig boek vinden, ik heb er al zoveel uit gemaakt, het is bijna altijd een succes.

Deze lasagne ook weer, de foto is niet zo aantrekkelijk maar het was heerlijk.

Ingrediënten voor 6 personen:

ongeveer 300 g boerenkool (zonder de nerven)

30 g boter

500 g paddenstoelen, in plakjes

2 tenen knoflook, fijngesneden

paar takjes tijm, alleen de blaadjes

175 g lasagnebladen, vers of gedroogd

20 g lekkere pittige kaas, Parmezaan, harde Geitenkaas of andere harde kaas

olijfolie

zeezout en versgemalen peper

Voor de bechamelsaus:

750 ml volle melk

1 laurierblad

1 ui, grof gesneden

1 stengel bleekselderij, grof gesneden

paar zwarte peperkorrels

50 g boter

50 g bloem

2 tl dijonmosterd

Ovenschaal ca. 28x22 cm, ingevet

Werkwijze:

Begin met de voorbereiding voor de bechamelsaus. Verwarm de melk, laurierblad, ui, bleekselderij en peperkorrels tot tegen het kookpunt. Haal van het vuur en zet opzij. Zo trekken de smaken in de melk.

Scheur of snijd de boerenkool in grove stukken, blancheer of stoom de boerenkool een minuur of 3-5 tot deze net aan gaar is. Giet af en zet apart in en kom.

Verhit de helft van de boter in een flinke koekenpan, doe de helft van de paddenstoelen erin samen met wat zout en peper. Bak de paddenstoelen op redelijk hoog vuur een minuut of 5-10 tot de vloeistof die eruit komt is verdampt en de paddenstoelen beginnen te krimpen en karamelliseren. Doe de helft van de knoflook en tijm erbij en bak dit nog een minuutje mee. Doe de paddenstoelen op een bord en bak zo ook de rest van de paddenstoelen.

Ga nu verder met de bechamelsaus.

Giet de melk door een zeef. Verwarm/smelt de boter in een pan en roer in een keer de bloem erdoor. Laat dit al roerend een paar minuten zachtjes bakken.

Giet er nu ongeveer een derde van de koude melk bij, verwarm dit al roerend met een garde, het zal dik worden. Giet er weer een derde van de melk bij en herhaal dit tot de melk op is. Roer de mosterd erdoor en breng op smaak met zout en peper.

Giet ongeveer de helft van de bechamelsaus door de boerenkool en meng dit door elkaar.

Verwarm de oven voor op 180 °C.

Verdeel de helft van de overgebleven bechamelsaus over de boden van een ovenschaal. Leg hier een derde van de lasagnebladen op,  en hierop de boerenkool. De tweede laag lasagnebladen op de boerenkool en hierop de gebakken paddenstoelen. De laatste laag lasagnebladen op de paddenstoelen en hier op de overgebleven bechamelsaus.

Strooi als laatste de geraspte kaas erop en besprenkel met een beetje olijfolie.

Zet de lasagne ca. 20 minuten in de oven tot de bovenkant mooi bruin is en de pasta gaar.

Vogels in de tuin

In de winter voeren wij altijd de vogels, we hebben van die buizen hangen met zaad en houders waar een blok vet in kan. We hebben veel dankbare afnemers zoals het roodborstje, heggemus, koolmees, pimpelmees, vink, keep, winterkoninkje, merel, duiven en de grote bonte specht. Dat blijft een bijzondere gast om te zien met zijn prachtige verenkleed in wit, zwart en een beetje rood.

Zomers zijn er meer soorten dan zien we ook de boomklever, boomkruiper, puttertjes en soms een zwerm staartmeesjes. Staartmezen zijn nooit alleen, die komen wel met zijn tienen of meer. Ook zien we af en toe het goudhaantje, met zijn mooie gele streepje op zijn kop. 

Nu ik dit zo zit te tikken bedenk ik me ineens dat we best heel veel soorten hebben, komt dat waarschijnlijk doordat we op de vlakte wonen, met naast ons een stukje bos. Uiteraard hebben we ook eksters en vlaamse gaaien maar die horen niet in het rijtje leuke vogels. Grote rovers zijn het, nee die zijn geen favoriet.

Nog een grote rover is de sperwer, deze zit vaak op een tak even verderop, hij (of zij) wacht zijn kans af en grijpt in zijn vlucht een van de vogeltjes. Niet leuk natuurlijk maar ook die vogels hebben honger. Ze mogen gerust van het zaad en vet eten maar ze hebben liever een klein vogeltje welke zich niet heeft vol gegeten.....

Cake met appel, abrikozen en pecannoten

Een cake bakken is altijd zo gedaan, voor een standaard cake hebben we meestal wel alles in huis.

Bloem of cakemeel, boter, suiker en eieren meer is het niet.

Wat wel belangrijk is, dat de ingrediënten op kamertemperatuur zijn, dus niet de eieren en de boter uit de koelkast. Dat werkt niet, weet ik uit ervaring...

Dus op tijd de boter en eieren uit de koelkast of deze even versneld op temperatuur brengen. De boter in kleine blokjes snijden en even bij de kachel en de eieren in een bakje met warm water.

Dit is een wat luxere cake dus daar zijn wat meer ingrediënten voor nodig, zo gaat er appel, abrikoos en pecannoten in. Het is dan ook overheerlijke, goed gevulde cake, lekker bij een kopje koffie of thee.

Het recept is van Delia Smith en komt uit haar boek: De kunst van het bakken.

Ik heb het iets aangepast, zo gebruikt zij volkorenbloem (??) en patentbloem, ik heb dit vervangen door tarwebloem.

Ingrediënten: 

220 tarwebloem

1.5 tl bakpoeder

snufje zout

2 tl kaneel

175 g lichtbruine basterdsuiker
110 g zachte boter

2 grote eieren, los geklopt

3 el melk (misschien nog wat extra, als het beslag te dik is)

175 g pecannoten of walnoten, even geroosterd en grof gehakt

175 g zachte gedroogde abrikozen, in stukjes

175 g appel, in stukjes

Om te bestrooien:

2 el suiker gemengd met ¼ tl kaneel

Rechte cakevorm, ingevet en bekleed met bakpapier

Bereidingswijze:

Verwarm de oven voor op 180 °C.

Doe de bloem, bakpoeder, zout en kaneel in een kom en mix het even door elkaar met een garde.

Doe de boter, de los geklopte eieren en de melk erbij en mix dit tot het een mooie egale massa is.

Spatel de appel, abrikozen en noten erdoor, voeg zo nodig nog wat melk toe, mocht het beslag te dik is. Het beslag moet makkelijk van een lepel loskomen als je deze stevig tegen de kom tikt.

Schep of schenk het beslag in de voorbereide vorm, strijk de bovenkant glad en zet in het midden van de oven. Bak de cake ongeveer 1 uur en 15/30 minuten. Dek de cake, mocht deze te donker worden, na een uur losjes af met aluminiumfolie. Haal de cake uit de oven en laat deze ca. 5 minuten in de vorm afkoelen. Stort hem dan op een rooster en laat hem helemaal afkoelen.

Broodje gefermenteerde selderijsalade

Fermenteren het is helemaal hip, niet omdat het nou hip is doe ik er aan mee, maar het is een manier om groenten te bewaren en dat is altijd interessant.

Invriezen doen we al heel wat jaren, maar niet alles is lekker uit de vriezer. Inmaken is ook een optie, maar wat me dan tegenstaat is de lange bereiding die de groente ondergaat, van de voedingswaarde blijft niks over. Daarom ben ik met fermenteren begonnen, een heel oude methode voor het bewaren van onder andere groente. Eigenlijk fermenteren we al jaren, we maken tenslotte onze eigen zuurkool maar daar bleef het wel bij.

Een van de eerste experimenten was knolselderij, je kunt er soep of puree van maken en het hoort gewoon in de erwtensoep. Maar je kunt het ook fermenteren. Zo gezegd zo gedaan, het enige wat je nodig hebt is knolselderij, een zuur appeltje, zout en een glazen weckpot om het in te laten fermenteren.

Het resultaat was verrassend, een heerlijke smaakvolle selderijsalade, de mayonaise maakt het misschien wat minder gezond maar het blijft een stuk gezonder dan de bekende bakjes uit de winkel.

Het recept komt uit het boek 'Verrot Lekker' van Christian Weij, een super boek bomvol met van alles wat er maar te fermenteren valt. Het boek ligt standaard op de keukentafel, het aantal potten met diverse groentes groeit dan ook gestaag.

Fermenteren: leuk om te doen, lekker om te eten en super gezond!

Ingrediënten:

500 ml koud water

25 g zeezout

500 g knolselderij

1 zure appel

Om aan te maken:

mayonaise

yoghurt

mosterd

verse peper

Bereidingswijze:

Maak een pekelbad van het water en het zout, roer net zolang tot al het zout is opgelost.

Schil de knolselderij en rasp deze op een grove rasp, doe in een grote kom.

Schil de appel en verwijder het klokhuis, rasp deze ook grof en meng dit (zonder het vocht van de appel) door de knolselderij. Giet er nu zoveel pekelwater op tot het mengsel onder staat.

Dek de kom losjes af met een deksel of een theedoek (zodat er geen vliegjes bij kunnen). Ik heb het mengsel over gedaan in een weckpot.

Zet de kom of de weckpot op het aanrecht en laat deze ten minste 12 uur staan (fermenteren). Kan ook langer, het mengsel zal dan zuurder worden, bij ons heeft het een dag of drie op het aanrecht gestaan. Wil je dat het niet zuurder wordt, zet het dan in koelkast, dan zal het fermentatie proces nagenoeg stoppen.

Schep voor de salade het mengsel (of een deel ervan) uit de pekel en knijp het vocht er lichtjes uit. Meng er naar smaak mayonaise, yoghurt en mosterd door en breng op smaak met vers gemalen zwarte peper.

Zet de selderijsalade tot gebruik in de koelkast.

Salade van boerenkool

Ik heb het vast al eens eerder gezegd, ik ben geen liefhebber van boerenkool. Eigenlijk helemaal niet van stamppot, hutspot bijvoorbeeld, hoe kan dat lekker zijn, gekookte aardappel, wortel en uien....

Alleen zuurkool dat lust ik graag, en dan het liefst met spek én worst.

We hebben wel boerenkool in de tuin en ik zal er eerdaags ook wel stamppot mee maken maar ik stel het zo lang mogelijk uit. Eerst moet de vorst erover dan pas is het klaar voor stamppot tot die tijd pluk ik er losse bladen af voor een salade.

In eerste instantie bij gebrek aan beter maar eigenlijk is het nog best wel lekker, en ook mooi meegenomen, super gezond.

Ik doe erdoor wat er is huis is, tomaatjes, rode ui, avocado en uiteraard geitenkaas. De dressing maak ik van olijfolie, citroensap en hazelnoot edik. Deze edik is een beetje stroperig en wat zoetig, het doet een beetje aan balsamicoazijn denken, ik vind het erg lekker bij deze salade. Uiteraard nog een draai met de zout en pepermolen en een geroosterd broodje.

Niet echt een recept maar hier wat ideeën:

paar bladen boerenkool, blad eraf geritst, fijn gesneden (uiteraard gewassen...)

handje rucola

paar toppen van de venkel

kerstomaatjes

avocado

rode ui in halve dunne ringen

geitenkaas

nootjes (pijnboompitten, zonnebloempitten, pompoenpitten), geroosterd

zout en versgemalen peper

Dressing:

4 el olijfolie

2 el hazelnootedik of balsamico

1 el citroensap

Bereidingswijze:

Maak de dressing in een grote kom door alle ingrediënten door elkaar te kloppen, doe de boerenkool en rucola erbij en schep om zodat al het groen een filmpje dressing heeft.

Verdeel op de borden of een schaal. Garneer met de tomaat, avocado, rode ui, geitenkaas en de nootjes. Als laatste nog wat zout en peper uit de molen.

Erbij natuurlijk het liefst een zelfgebakken  (geroosterd) broodje.

Linzen met bietjes en yuzusap

Alles is weer voorbij, de kerstdagen en oud op nieuw, alles weer normaal.

Hoogste tijd om weer eens te bloggen.

Met de kerst een nieuw kookboek gekregen en wel Bonen van Joke Boon, ik wilde dit boek heel graag hebben, ben er dan ook heel blij mee.

En niet omdat het 2016 het jaar van de boon is maar omdat ik vaker bonen wil eten, maar het ontbreekt me vaak aan inspiratie. Bonen zijn super gezond, niet duur en kunnen heel erg lekker zijn, mits goed klaar gemaakt...

Dit boek staat vol met recepten, leuke en nuttige informatie, ik denk dat ik er heel wat uit zal koken.

Er zijn natuurlijk meer boeken waar recepten in staan met bonen en erwten, zo ook Plenty More waar dit recept uitkomt. Het is simpel om te maken en je hebt er niet veel voor nodig, het enige wat een beetje bijzonder is Yuzusap. Yuzu is een citrusvrucht uit Oost-Azie, en de smaak lijkt erg op een combinatie van een mandarijn en een limoen. Ik heb een flesje sap bij de sligro gekocht maar mocht je dit niet kunnen begaan kun je het vervangen door limoensap.

Ingrediënten:

750 g verschillende soorten bieten, ik had een mix van rode en chioggia

225 g puy linzen

2-4 el yuzusap

3 el olijfolie, plus extra om te besprenkelen

½ kleine rode ui, in dunne halve ringen

2 tl ahornsiroop

1½ el citroensap

40 g waterkers

40 g minisnijbiet of spinazie (of 80 g waterkers)

1 tl yuzupoeder (optioneel)

zout en zwarte peper

Bereidingswijze:

Houd 1 bietje apart, deze wordt rauw aan de salade toegevoegd.

Kook of stoom de overige bietjes in ca. 1 uur gaar, giet af en laat afkoelen.

Wrijf het schilletje van de bietjes en snijd ze doormidden en snijd de helften in partjes die aan de bolle kant een cm breed zijn.

Kook de linzen volgens de aanwijzing op de verpakking (15-20 minuten) gaar. Giet ze af en doe in een grote kom, meng er direct (door de warme linzen) 1 el yuzusap, 1 el  olijfolie, ½ tl zout en versgemalen peper door. Zet opzij en laat afkoelen.

Schil de achtergehouden biet en snijd deze in flinterdunne plakjes, dit gaat heel makkelijk met een mandoline.

Meng de overgebleven 3 el yuzusap, 2 el olijfolie, ahornsiroop en citroensap door de linzen. Voeg de gekookte biet, rauwe biet en de ui toe en meng alles goed door elkaar. Proef en voeg zo nodig nog wat yuzusap, zout of peper toe. Verdeel de salade over een ondiepe schaal en verdeel er de waterkers en snijbiet over. Bestrooi met het yuzupoeder als je dat hebt en besprenkel met een beetje olijfolie.

Kersttulband van mijn moeder

 

Het is weer zover, het jaar nadert zijn einde, deze week Kerstmis en volgende week oud en nieuw. Dan is het jaar voorbij en beginnen we weer opnieuw.

2016 wat zal het ons brengen? Wat ons aangaat lekker zo doorgaan, lekker in en om huis rommelen en dat in goede gezondheid, dat is toch wel het aller belangrijkst.

Bij deze wil ik ook, jullie lezers bedanken voor de bezoekjes aan onze blog, het aantal bezoekers is toch weer meer dan vorig jaar, en dat is leuk.

Voor jullie dan ook Gezellige Kerstdagen en een Gezond 2016, dat er maar weer veel gekookt, gebakken en getuind mag worden.

Het recept van deze tulband komt van mijn moeder, zij bakt deze altijd voor ons en voor mijn broer met zijn gezin. Het recept staat op een klein briefje gekrabbeld in het voor mij zo herkenbare handschrift.  Ik noem het een kersttulband maar je kunt deze natuurlijk het hele jaar door bakken.

Het lekkerst vinden wij besmeerd met roomboter.

Ingrediënten: 

4 eieren, kamertemperatuur

200 g cakemeel

200 g suiker

heet water

1 zakje vanillesuiker

rasp van 1 citroen (liefst biologische)

poedersuiker om te bestrooien

Tulbandvorm, ingevet en bestrooid met bloem

Bereidingswijze: 

Verwarm de oven voor op 170 °C.

Klop de eieren, suiker en vanillesuiker met twee eetlepels heet water licht en luchtig, dit duurt ca. 10 minuten.

Zeef hierboven het cakemeel, voeg het citroenrasp toe en schep dit zo luchtig mogelijk door elkaar.

Giet het beslag in de voorbereide tulbandvorm.

Zet de vorm net onder het midden van de oven en bak de tulband ca. 40 minuten tot deze mooi gaar is.

Laat de tulband even afkoelen zodat deze mooi los komt van de vorm.

Keer de vorm om op een rooster en laat de tulband helemaal afkoelen.

Bestrooi de afgekoelde tulband met poedersuiker, dit gaat heel mooi door de poedersuiker in een theezeefje te doen en hier tegenaan te tikken.

Eet smakelijk!

Gembercake van Delia Smith

Het is rustig op bakgebied, tenminste wat nieuwe recepten aangaat. Er wordt wel gebakken maar dat staat al op de blog. Bijvoorbeeld dikke speculaas, dat is in deze tijd toch wel erg lekker. En als je ook nog twee banketletters krijgt dan is zelf bakken een beetje overbodig.

Maar ook dat raakt weer op, dus tijd voor iets nieuws en wel deze gembercake. In het boek 'de kunst van het bakken' heet deze cake 'klef gemberbrood' maar van klef is geen spraken en van brood ook niet echt, daarom gembercake.

Een heerlijke zachte cake met een klein hitje van het gemberpoeder, ik vind de structuur wel wat van ontbijtkoek hebben. Misschien nog eens bakken en dan in een cakeblik zodat je plakken kunt snijden.

Nu is de cake in een kleine rechthoekig bakblik gebakken, dan heb je blokjes in plaats van plakken.

Het recept is van Delia Smith, en zoals wel vaker met Engelse recepten, wordt er iets gebruikt wat wij niet kennen.  In dit recept is dat dubbelkoolzure soda, ook wel natrium bicarbonate of soda, baking soda of zuiveringszout genoemd.

Bij mijn weten moet er bij dit rijsmiddel altijd een zuur ingrediënt toegevoegd worden maar dat is bij deze cake niet het geval. Ik heb het recept maar gewoon aangehouden, de cake was heel mooi luchtig dus het kan blijkbaar ook zonder zuur?

Ingrediënten:

350 g golden syrup (weeg dit gelijk af in een klein pannetje)

125 g boter

250 g patentbloem

½ tl zout

1¾ tl dubbelkoolzure soda (natrium bicarbonate of soda, baking soda, zuiveringszout)

1 el gemberpoeder

½ tl koekkruiden

1 groot ei

275 ml melk

rechthoekige bakvorm van ca. 20x26 cm, bekleed met bakpapier

Bereidingswijze:

Verwarm de oven voor op 180 °C.

Zet het pannetje met de golden syrup en de boter op het vuur tot de boter gesmolten is.

Doe alle droge ingrediënten in een kom en giet hier al mengend de golden syrup en gesmolten boter aan toe.

Klop het ei door de melk en giet dit beetje bij beetje al mengend bij het beslag. Meng het goed door elkaar.  Het is een redelijk dun beslag maar dat is goed. Gebruik daarom geen vorm met een losse bodem, het beslag zal er uit lopen.....

Giet het beslag in de beklede bakvorm en zet hem ca. 50 minuten in het midden van de oven tot deze gaar is. Laat de cake 5 minuten in de vorm afkoelen en stort hem dan op een rooster om verder af te koelen.

Gefermenteerde chilisaus

Vorig jaar had ik diverse pepersoorten bij de biowinkel gekocht, daar het zaad uitgehaald, gedroogd, bewaard en dit afgelopen voorjaar gezaaid. Bijna alle soorten waren opgekomen en het resultaat was dan ook een hele diversiteit aan pepers.

Wat te doen met al deze pepers, zo door het eten maar sommige soorten zijn daarvoor te heet. Deze zijn wel perfect om sambal en chilisaus van te maken.

Deze chilisaus is gefermenteerd, dat houd in dat de chili's eerst een tijdje in de pekel staan voordat je deze verwerkt. Het zorgt voor smaak en ook voor houdbaarheid.

Fermenteren is weer helemaal hot,  het is net als met de mode, zo is het hopeloos ouderwets  en zo is het weer helemaal hip. 

Ik vind het heel leuk, het is een manier om bijvoorbeeld groente te bewaren en dat is met een eigen moestuin altijd aan de orde. We hebben dan wel een vriezer maar niet alle groentes zijn geschikt om in te vriezen, dus wie weet is fermenteren een mooie aanvulling. Zuurkool doen wel al heel wat jaren maar dat is wel het enige. Nu dus de chilisaus en dat is een topper, we vinden het allebei heerlijk. De eerste fles schiet al lekker op, de pepers die nog over waren staan nu in de pekel zodat we nog een fles kunnen maken.

Ingrediënten voor ca. 0.5 liter:

ca. 0.5 liter pekelwater met 5% zout

2 tl suiker

pepers, ik heb mix gebruikt van

3 rode chili

2 red rawit

2 fresno

4 scotch bonnet geel (erg heet)

4 scotch bonnet rood (erg heet)

8 tenen knoflook, gepeld

1ui, gesnipperd (deze wordt na het fermenteren pas gebruikt)

Bereidingswijze:

Haal de steeltjes van de chili's en verwijder het zaad en de zaadlijsten, dit hoeft niet het is maar net hoe heet je de saus wilt maken en hoe heet de pepers zijn. Het is handig om dit even te proeven. Ik had zelf een stukje scotch bonnet geproefd zonder zaadlijst en ik had Evert een stukje laten proeven mét zaadlijst, dat was, aan de reactie te zien een beetje te heet.....

Doe de pepers met de knoflook in een glazen pot en giet er zoveel gezouten water op tot alles onder staat. De pepers en knoflook moeten onder water blijven daarom had ik een klein glazen dekseltje op de pepers gelegd. Dek de pot losjes af met een deksel en zet deze een week in de koelkast.

Doe de pepers, knoflook en het gezouten water in een blender en maal het fijn. Doe dit samen met de gesnipperde ui in een lage brede pan en kook het voor de helft in.

Doe het mengsel nog een keer in de blender en maal het nu tot een mooie gladde saus.

Giet de hete saus in potjes of flesjes, sluit af en laat afkoelen.

  

Hartige taart met pompoen, blauwe kaas en membrillo

De opbrengst pompoenen is weer super dit jaar. We hebben eigenlijk altijd flespompoen en uchiki kuri, dit zijn de meest gangbare pompoenen, en deze worden ook niet zo groot.

Voor deze taart wordt een flespompoen gebruikt maar ik denk dat de uchiki kuri ook prima kan.

Het vruchtvlees van de uchiki kuri is mooier oranje dus dan wordt de taart wat minder flets.

Het recept komt uit Plenty More, een heerlijke hartige taart met het zoetje van de membrillo.

De membrillo had ik een week of wat geleden al gemaakt, dat is een soort van gelei van kweeperen en is maanden te bewaren. 

Deze taart heeft wel even wat tijd nodig, het deeg voor de bodem moet rusten, de bodem wordt voorgebakken en moet afkoelen en de pompoen moet garen in de oven en ook afkoelen. Maar dit kun je ook al ruim van tevoren doen, dan is het een kwestie van vullen, afbakken en opdienen.

Wij hadden er heel simpel wat veldsla bij, heerlijk.

Ingrediënten korstdeeg (530 g):

300 g bloem

½ tl zout

160 g koude boter, in blokjes

70 ml ijskoud water

Ingrediënten vulling:

1 middelgrote pompoen, geschild, in blokjes van ca. 2 cm (700 g)

1.5 el olijfolie

250 g briseer- of korstdeeg

bloem voor het uitrollen van het deeg

200 g blauwe kaas, bv stilton of roquefort, grof gekruimel

75 g membrillo

3 eieren

150 m slagroom

150 ml crème fraîche

zout en zwarte peper

Vlaai of quichevorm ø 24 cm, ingevet

Bereidingswijze: 

Begin met het deeg, dit moet minimaal een uur rusten in de koelkast, langer mag ook zelfs tot 5 dagen.

Doe de bloem, het zout en de boter in een kom en wrijf alles met de vingertoppen tot het eruit ziet als een soort broodkruim. Het kan ook in de keukenmachine, ook dan mixen tot het op een soort van broodkruim lijkt.

Voeg het ijskoude water toe en meng tot het een samenhangend deeg is. Stop gelijk met mengen, vorm het deeg tot een platte deegbal en wikkel deze in plasticfolie. Leg minimaal een uur in de koelkast.

Deze hoeveelheid is voor twee taarten, je kunt het deeg ca. 5 dagen in de koelkast bewaren of invriezen, dat kan ook heel goed.

Vulling:

Verwarm de oven voor tot 220 °C.

Doe de pompoen in een braadslede en meng er de olie, ¼ tl zout en zwarte peper door. Zet in de oven en rooster 30 minuten (schep halverwege een keertje om) tot de pompoen goudbruin is.

Laat afkoelen en verlaag de oventemperatuur naar 190 °C.

Rol het deeg op een bebloemd werkblad uit tot ca 3 mm dikte en bekleed hiermee de ingevette vorm. Laat het overtollige deeg over de rand hangen en prik de bodem in. Bekleed de bodem met bakpapier en vul deze met bonen of bakknikkers. Zet de bodem in het midden van de oven en bak deze 30 minuten. Haal uit de oven, verwijder de vulling en het bakpapier. Zet de bodem weer in de oven en bak deze nog 10 minuten tot het deeg goudbruin is.

Haal uit de oven en laat afkoelen.

Verdeel de pompoen met de kaas in de voorgebakken deegbodem en verdeel er de membrillo over.

Klop in een kom de eieren , room, crème fraîche, ¼ tl zout en zwarte peper los en giet dit over de vulling. Als het goed is blijft een deel van de vulling nog goed zichtbaar, dit is goed.

Bak de taart circa 40 minuten in de oven tot het eimengsel stevig is. Haal de taart uit de oven en laat deze even rusten, snijd dan het overhangende deeg eraf. Verwijder de vorm en serveer de taart warm of op kamertemperatuur.