Onverwacht bezoek en niks anders bij
de thee dan een stroopwafel, dan kan natuurlijk niet.
Als het bezoek onaangekondigd op de
stoep staat dan is het pech, maar wordt er even gebeld van te voren dan is er
een kans dat er wat zelfgebakken bij de koffie is.
Of dat net zo lekker is als
een stroopwafel is natuurlijk afwachten.
Wat is makkelijk, snel en toch
lekker, iets met bladerdeeg. Deze appelcarré had ik op de blog Baksels.net van
Mannin gezien en gelijk opgeslagen.
Er lag een rol bladerdeeg in de koelkast
en appels zijn altijd wel in huis, appeltje-eitje, zo gepiept.
Ik heb het recept wat aangepast
omdat Mannin met bladerdeegplakjes werkt, ook heb ik er een handje rozijnen aan
toegevoegd.
Ingrediënten voor 8 stuks:
een rol bladerdeeg (40x24 cm)
300 g appel, geschild en in blokjes,
ik heb Elstar gebruikt
65 g rozijnen
40 g suiker
5 g kaneel
15 g custard
1 ei, losgeklopt
Bereidingswijze:
Verwarm de oven voor op 220 °C.
Meng de stukjes appel en rozijnen in
een kom met de suiker, kaneel en de custard.
Rol het bladerdeeg af en snijd deze
doormidden zodat je twee stukken hebt van 20x24 cm. Laat het bakpapier er onder
liggen.
Draai de stukken een kwart slag
zodat de breedte 24 cm is en de hoogte 20 cm.
Verdeel het appelmengsel over het
onderste gedeelte van het bladerdeeg, laat hierbij aan de onder- en zijkant een
paar centimeter vrij. Maak deze randen vochtig met een beetje water en vouw nu
het bovenste stuk over de appelvulling,
Druk de randen vast en rol deze naar
binnen en druk ze aan met een vork.
Doe dit met beide stukken
bladerdeeg.
Je kunt, als je oven groot genoeg is, ook het bladerdeeg heel laten en gewoon één grote appelcarré maken.
Snijd met een vlijmscherp mes om de
1,5 cm een snee in het deeg van de ene lange kant naar de andere lange kant.
Bestrijk de carré's met het
losgeklopte ei en zet ca. 30 minuten in het midden van de oven tot deze mooi
goudbruin en gaar zijn.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten