donderdag 31 juli 2014

Lekker verfrissend komkommersoepje




Wat te doen met een overschot aan komkommer(tjes). Weggeven natuurlijk, maar daar kun je niet te lang mee wachten. De familie woont niet om de hoek, ook niet ver maar net te ver om 'even' een paar komkommertjes langs te brengen.
De buren links  zijn altijd dankbare afnemers maar ook die gaan wel eens met vakantie. De buren rechts, zijn beste mensen maar we hebben weinig contact. Je ziet ze langsrijden in de auto, het is gedag en weer gedag, af en toe een praatje en daar blijft het wel bij.
Overburen en achterburen hebben we niet, verdere buren dan moet je al gauw op de fiets.

Dus... zelf opeten, lekker in een salade, bij een stukje kaas, we knabbelen er heel wat weg. Maar toch lagen er zomaar een stuk of wat komkommertjes die echt wel op moesten. Weggooien is natuurlijk geen optie, zo bloedig gekweekt dat gooi je niet weg.
Op de blog Eetlust zag ik een komkommer-meloensoep voorbij komen, dat was het, soep. Maar dan zonder de meloen, ik moest tenslotte van de komkommers af.
Een heerlijk verfrissend soepje, geen bord vol maar een glaasje als licht voorafje, lekker met warm weer....



Ingrediënten voor vier personen:
 

1 flinke komkommer of twee/drie kleintjes
blaadjes van een paar takjes munt
½ teentje verse knoflook
250 ml yoghurt
zout en peper uit de molen
snufje (gerookt) paprikapoeder




Bereidingswijze:

Schil de komkommer en snijd hem in de lengte doormidden. Schraap er met een lepeltje de zaden uit en snijd in stukjes.
Pureer het halve teentje knoflook in een vijzel of met de platte kant van een koksmes.
Doe de komkommer, muntblaadjes, knoflook en de yoghurt in mengbeker. Voeg een scheutje ijskoud water toe en pureer alles goed glad met een staafmixer. Dat kan natuurlijk ook in een blender.
Proef en breng op smaak met zout en peper.

Laat de soep in de koelkast door en door koud worden (een paar uur).
Klop de soep voor het serveren nog even door en verdeel deze over de glaasjes. Garneer met een snufje (gerookt) paprikapoeder en een klein takje munt.



  

dinsdag 29 juli 2014

Tijd om te oogsten





Het is ervan, we eten tomaten en komkommer ook hebben we de eerste aubergine gegeten.
De kleine tomaatjes zijn altijd het eerst klaar, prachtige trossen met heerlijke zoete tomaatjes.






De grotere beginnen ook te komen, af en toe een paar tomaten. We hebben redelijk wat planten staan, met diverse soorten en kleuren. Rode, groene, oranje, gele, paarse van heel klein tot heel groot. Een echt tomatenfeest.






De komkommers zijn dit jaar klein, dat is het ras, zeg maar de helft van een gewone komkommer. We moeten het goed in de gaten houden dat ze niet te dik worden. Alle dagen even kijken of er wat aanhangt, net als bij de courgette, een dag te laat en het is een dikkerd.









De paprika hebben we dit jaar voor het eerst in de volle grond gezet, wel in de kas maar niet net als andere jaren in potten. Het zijn mooie grote struiken en er hangen al diverse paprika's aan. Sommige beginnen een beetje te kleuren maar ze zijn nog lang niet rood. Dat duurt nog wel even, we wachten het geduldig af, een rode paprika is zoveel lekkerder dan een groene.





Zo is het ook met de pepertjes, die beginnen ook langzaam te verkleuren, die eten we wel als ze nog groen zijn. Zijn ze wat minder heet, dat is niet zo erg, in diverse gerechten is een groene peper juist lekkerder.


En dan de aubergine, wat is dat toch leuk, eerst het mooie lila bloemetje en dan al heel snel het mooie aubergine kleurige vruchtje. De aubergine heeft gelijk al zijn goede kleur, dat is alleen een kwestie van groeien. Deze staan wel in potten, genoeg water en om de paar weken een beetje mest dan gaat dat prima, net als de pepers trouwens, die staan ook in potten.


In de volle grond is misschien nog wel beter maar die wordt al ingenomen door de tomaten en komkommers.  Ze staan in ieder geval lekker warm in de kas, altijd nog beter dan buiten.


zaterdag 26 juli 2014

Citroenijs met maanzaad




Ik heb van Evert een nieuw kookboek voor mijn verjaardag gekregen .....
De eerste indruk was mwah, zal ik hem houden of zal ik hem ruilen. Ik krijg van hem wel vaker een kookboek dat ik denk, hoe verzin je het. Goed bedoeld natuurlijk maar waarom zo een onbekend boek terwijl de boekwinkel vol ligt met bekende boeken die ik best wel wil hebben.
Ik zie het maar als gave, dat hij net dat boek uitkiest wat ik niet zou kopen, zo ook dit boek.
Voordat ik nou direct naar de winkel ren om het te ruilen toch maar eens even op mijn gemak doorgebladerd. Prachtige foto's daar ligt het niet aan en de recepten vallen eigenlijk ook niet tegen, ik houd hem. Evert blij en ik ook.

Dit citroenijs met maanzaad is het eerste recept wat ik eruit gemaakt heb. We hebben al jaren een ijsmachine die voor het mooie té weinig wordt gebruikt. Hij stond altijd achterin een kastje, niet echt uitnodigend om te pakken. Nu niet meer, hij staat vooraan dus dat is geen reden meer om geen ijs te maken. En met dit weer lust iedereen toch wel een ijsje.
Voor dit recept heb je eigenlijk geen ijsmachine nodig, je kunt het ook zo in de vriezer zetten, maar als je er toch eentje hebt dan gebruik je die er natuurlijk voor.
Lekker zacht citroenijs met knispertjes van het maanzaad uit het boek: Het Farmhouse Cookbook van Sarah Mayor. Op naar het volgende recept!



Ingrediënten:

4 citroenen
1 blikje gecondenseerde melk
150 g Griekse yoghurt
2 dl slagroom
50 g maanzaad
IJsmachine of een cakeblik bekleed met bakpapier of vershoudfolie



Bereidingswijze:

Rasp de schil van twee citroenen en pers alle vier citroenen uit (ca. 200 ml citroensap).
Giet de gecondenseerde melk in een mengkom en klop er het citroenrasp en -sap geleidelijk door tot er een dik mengsel ontstaat. Roer de yoghurt erdoor.

Klop de slagroom in een aparte mengkom tot zachte pieken en spatel dit door het mengsel. Roer als laatste het maanzaad erdoor. Giet het mengsel in het cakeblik en dek af met vershoudfolie.

Zet minimaal 6 tot 8 uur in de vriezer, een hele nacht is altijd goed.
Als je een ijsmachine hebt laat het mengsel dan eerst koud worden in de koelkast, giet het daarna in de ijsmachine en draai er ijs van.



donderdag 24 juli 2014

Salade van nieuwe aardappeltjes en sperziebonen




Het is zover, eigen sperzieboontjes en aardappeltjes. Wat heerlijk om dat weer uit de eigen tuin te oogsten en te eten.
De sperziebonen was nog niet heel veel dus tekort om 'gewoon' zo te eten, dan hebben we toch al gauw 600  gram nodig. Daarom opzoek naar een recept waar deze heerlijke boontjes in verwerkt worden. Dit recept vond ik in Veg, precies wat ik zocht. Er gaan nieuwe aardappeltjes, sperziebonen, knoflook, zwarte olijven en basilicum in.
De aardappeltjes, sperziebonen én de knoflook komen vers uit de tuin, er stond nog een (beetje op zijn retour) basilicumplantje en zwarte olijven staan meest altijd wel in de koelkast.
Ik wordt altijd heel blij als er in een gerecht ingrediënten gaan die we in huis hebben en eigenlijk ook op moeten.
Ik heb 1.5 keer de hoeveelheid van het recept gemaakt, er is zowaar nog wat over.... dat eten we vandaag onder de middag. Ik doe er nog wat kerstomaatjes een handje rucola en lekkere geitenkaas door, een lekker eigen gebakken snee zuurdesem erbij en we eten weer.

Een lekker zomers gerecht waarvoor je niet te lang in de (hete) keuken hoeft te staan.

 



Ingrediënten voor 2 personen:

500 g kleine nieuwe aardappeltjes, schoon geborsteld 
200 g sperziebonen, puntjes eraf en in stukjes van 3-4 cm
2 el olijfolie
2 teentjes knoflook, in dunne plakjes
50 g zwarte olijven, zonder pit, grof gesneden
flinke hand basilicum, gescheurd of geknipt
flinke kneep citroensap
zeezout en versgemalen peper






Bereidingswijze:

Kook of stoom de aardappeltjes en de sperziebonen net gaar, giet ze af en doe deze samen terug in de hete pan.
Maak ondertussen de dressing door de olijfolie zachtjes te verhitten. Doe de knoflook erbij en laat dit een paar minuten zachtjes sudderen zonder dat de knoflook bruin wordt. Voeg de olijven toe en verwarm deze een minuutje mee. Haal van het vuur.
Schenk de olijfolie, knoflook en olijven in de pan met aardappelen en sperziebonen. Voeg de basilicum toe, citroensap naar smaak en zout en peper. Schep door elkaar en dien warm op. 


maandag 21 juli 2014

Warm en droog.....



Het is hier de laatste dagen heel warm dus water geven is van groot belang.
Hieronder mag ik (Evert) een stukje schrijven hoe dat bij ons in z'n werk gaat.

Omdat het werk in onze moestuin niet alleen bestaat uit zaaien, (ont)vuilen en natuurlijk oogsten, maar dat er ook veel water moet worden gegeven, is het wel lekker dat dit op makkelijke manier gaat.
Constant met volle gieters door de tuin lopen sjouwen verveelt ook gauw !

Maar als je een goeie opbrengst wilt hebben zul je water moeten geven, zeker op warme dagen.

In het begin gaat het nog wel.
Er wordt in de kas wat gezaaid en de hoeveelheid plantjes is in het begin nog niet zo groot dus dat is met een paar gieters nog wel te doen.

Maar van lieverlee worden dit meer en meer, dus om te voorkomen dat we constant met volle gieters van de watertanks naar de kas moeten lopen, hebben we het volgende bedacht.




Als watervoorraad hebben we 5 stuks watertanks van ieder 1000 liter, je kent ze wel, de witte kunststof tanks met een buizenframe eromheen. Je ziet ze vaak bij de boer…


Deze worden gevuld met regenwater dat we voor potplanten,  de planten in de kas en in het begin nog voor nieuwe aanplant in de moestuin zelf gebruiken.




Voor de watervoorziening in de kas hebben een watertank op ruim een meter hoogte van de grond gezet en een flinke slang aan de kraan gekoppeld, die naar de kas loopt. (Zie de blauwe slang aan het linker vat).
Je zet nu de kraan bij de watertank open, het water begint te stromen door het hoogteverschil en je kan zo met de slang in de rondte zwaaien in de kas.
Zo kan je eenvoudig de gieters vullen en de steeds groter worden planten die vooral op warme dagen wel een slok lusten, van water voorzien.
Vooral komkommers en courgettes zijn dorstige 'jongens'.

Ook buiten de kas staat genoeg wat wel wat water kan gebruiken.
Naast twee flinke bedden waar de 'normale' moestuingroenten in staan, hebben we nog een aantal fruitbomen op rij staan en nog een gedeelte met bessenstruiken.
Vooral de bessenstruiken moeten veel water hebben omdat je anders weinig opbrengst hebt en ook een stuk kleinere bessen.

Dit is met elkaar een te grote hoeveelheid dat ook met de regenwatervoorraad niet meer is te behappen. Gelukkig hebben we een boerenslootje achter langs het erf lopen zodat we met een pomp hier het benodigde water uithalen.









Deze pomp is een beste jongen met een opbrengst tot zo'n 35 m3 water per uur.












We hebben langs de buitenkant van de tuin een soort van 'aorta' neergelegd van brandslang, een hoofdleiding die we vanaf één punt voeden. We hebben aftakkingen bij de moestuinbedden, de bessenstruiken en de fruitbomen.
Er loopt ook nog een stuk langs de vaste plantenborders om die ook op warme dagen van water te voorzien.
We hebben brandslang gebruikt omdat je hiermee veel flexibeler bent in waar je de slang eventueel neerlegt en we alles voor de winter kunnen opruimen, schoonmaken en in de schuur opslaan. 





Dus zo gaan alle slangen, kranen en sproeiers voor de vorstperiode naar binnen. In het voorjaar, een beetje afhankelijk van de temperatuur zo'n eind April, begin Mei, wordt alles weer uitgerold en aangesloten.









In de moestuinbedden hebben we in het midden een roterende sproeier staan op zo'n 1 m hoogte die het hele bed van water kan voorzien.





Bij de bessenstruiken en de fruitbomen hebben we een slang van 20mm diameter ingegraven, die bij elke struik of boom boven de grond komt. Hierin hebben we dan een gaatje van 4 mm geboord zodat iedere struik een flink straaltje water krijgt.
Dit lijkt weinig maar je hebt zo binnen 10 minuten een emmer vol !






Tussen iedere aftakking van de hoofdleiding is een kogelkraan aangebracht waarmee we de hoeveelheid water kunnen regelen omdat anders de druk te groot is en het water te ver spuit of dat je een bepaald gedeelte niet wilt beregenen.




Zo laten we, afhankelijk van het weer, de pomp zo'n 1 a 2 keer per week een uurtje draaien. Je moet de planten tenslotte ook weer niet teveel verwennen, daar krijgen ze alleen maar luie wortels van…



zaterdag 19 juli 2014

Abrikozen-yoghurttaart



Abrikozen, het is altijd maar een kort tijdje dat je ze kunt kopen, dus als ze er zijn moet je er van profiteren.
We hebben zelf ook een abrikozenboom, tenminste daar is ie ooit voor gekocht.... Er komen alleen geen abrikozen aan maar pruimen. Ook lekker maar er staan al drie pruimenbomen.
Misschien van het najaar een nieuwe abrikozenboom aanplanten. Het lijkt me geweldig als je je eigen prachtige oranje vruchtjes met hun zachte huidje zelf kunt plukken.........

Deze taart komt uit het boek: Mijn Favoriete Desserts van  Janneke  Philippi. Ik heb het boek zelf (nog) niet maar er verschijnen regelmatig recepten uit op diverse blogs. Zo ook deze taart die Caroline had geplaatst (mijn dank hiervoor).
Het is dus eigenlijk een dessert, wij hebben hem bij de koffie en thee gegeten, ook heerlijk.
Ik had deze taart samen met de oranje tompoezen en slagroomsoezen met een oranje glazuur gemaakt, helemaal nog in de oranjesfeer, het heeft alleen weinig geholpen.

Ingrediënten voor de bodem:

60 g boter, op kamertemperatuur
150 g bloem
50 g suiker
1 eierdooier
1 el melk

Voor de vulling:

500 g abrikozen, ontpit, gehalveerd of in vieren gesneden
125 ml Griekse yoghurt
1 ei, losgeklopt
75 g suiker
1 el custardpoeder
3 el rietsuiker

Bereidingswijze voor de bodem:

Doe de boter, bloem, suiker, eidooier en de melk in een kom en maak hier een samenhangend deeg van. Dit kan in een keukenmachine, met de mixer maar ook heel goed met de hand.
Verpak het deeg in huishoudfolie en leg het ca. een half uur te rusten in de koelkast.

Verwarm de oven voor (onder en bovenwarmte) op 180 °C.
Vet een lage taartvorm van 24 cm doorsnede goed in.
Rol het deeg op een met licht bebloemd werkblad uit tot iets groter dan de vorm. Rol het deeg om de deegroller en leg het in de vorm. Druk het voorzichtig in de hoek en langs de rand. Snijd het overtollige deeg weg.
Leg een stuk bakpapier of aluminiumfolie op het deeg en vul de vorm met steunvulling.
Bak de bodem 15 minuten in de oven, haal hem eruit, verwijder de steunvulling en het bakpapier of aluminiumfolie. Zet de bodem terug in de oven en bak nog 5 minuten tot deze mooi lichtbruin is en gaar.

Bereidingswijze vulling:

Maak als de bodem in de oven staat de vulling door de yoghurt, custardpoeder, het ei en de suiker met een garde te mengen.
Schep de vulling in de voorgebakken nog hete bodem. Verdeel de abrikozenstukken erover. Strooi er de helft van de rietsuiker op en zet weer terug in de oven. Bak de taart in 35 minuten gaar.
Als de randen te bruin worden kun je de taart afdekken met aluminiumfolie.

Neem de taart uit de oven. Strooi er de overgebleven rietsuiker over en laat dit onder de grill karameliseren. Je kunt dit ook heel goed met een crème brûléebrander doen. Een klein zwart randje op het fruit is niet erg. Ik zou dat later nog doen maar ben het vergeten....

Laat de taart afkoelen, verwijder de vorm en serveer eventueel nog met slagroom.



























vrijdag 18 juli 2014

Aardappelsalade met tomaatjes, ei en sperziebonen



Een salade met alles uit de eigen tuin, is dat leuk of niet? Lekker is het in ieder geval.
Mooie nieuwe piepertjes, lekkere zoete tomaatjes, mooie sperzieboontjes alleen de eieren die hebben we niet zelf.
We hebben eerder wel kippen gehad maar het voer werd ook erg op prijs gesteld door ratten, helaas geen kippen meer.
De eieren halen we bij de boer op de hoek, ook lekker.
Het is een lekkere smeuïge salade, je krijgt het idee dat er mayonaise door zit maar dat is niet zo, dat is het effect van de 'net niet hardgekookte' eieren.
Het originele recept is zonder de sperziebonen, die heb ik er zelf aan toegevoegd, het hoeft dus niet.
Het recept is van Hugh Fearnley-Whittingstall en komt uit Veg!

Ingrediënten voor 2 personen (grote eters):

600 g nieuwe aardappels
350 g sperziebonen
5 grote eieren 
250 g kerstomaatjes, gehalveerd
bosje bieslook
zeezout en zwarte peper uit de molen 

Voor de vinaigrette:

6 el koolzaad- of olijfolie
4 tl ciderazijn
1 tl mosterd
snufje suiker

Bereidingswijze:

Kook of stoom de aardappels en sperziebonen gaar.
Kook intussen de eieren ca. 7 minuten, giet ze af en laat ze even schrikken onder de koude kraan. Laat afkoelen en pel ze.

Doe de ingrediënten voor de vinaigrette in een leeg jampotje en schud dit tot het een mooi geheel is.
Snijd de gekookte eieren in grove stukken en doe ze in een grote schaal. Giet de vinaigrette erover en meng het goed. Hierbij prak je de eieren een beetje.

Snijd de aardappels en sperziebonen kleiner en doe ze samen met de tomaatjes bij het eimengsel.
Schep het goed om, proef en breng op smaak met zout en peper. Knip er de bieslook over en dien lauwwarm op.






donderdag 17 juli 2014

Woeste knoest van Edwin Klaasen




Ik ben weer helemaal van het zuurdesem, zo erg zelfs dat er twee soorten in de koelkast staan.
Een pot met tarwedesem en een pot met roggedesem.
De tarwedesem had ik gemaakt volgens recept van Paul Hollywood. Door een deel van dat desem met roggemeel te voeden hebben we nu ook roggedesem.
Voor veel recepten worden beide desems gebruikt, soms alleen rogge- en soms alleen tarwedesem. Nu kan ik alle kanten op.

Eerder heb ik het honingdesembrood gemaakt nu de woeste knoest. Je moet drie dagen van tevoren al bedenken dat je dit brood wilt maken, omdat er een roggepasta in gaat welke drie dagen moet fermenteren. Op de bakdag zelf ben je 7 uur verder voordat je brood klaar is. Het is niet eens zo heel veel werk, het rijzen duurt gewoon erg lang.
Maar als het brood eenmaal uit de oven komt dan zie je waar je het voor gedaan hebt. 
Super lekker eigengemaakt desembrood.

Hier kun je heel goed zien hoe Edwin Klaasen deze woeste knoest maakt.

 


Ingrediënten:

480 g tarwebloem
60 g volkorentarwemeel
60 g roggemeel
13.2 g zout
150 g roggedesem
180 g roggepasta
420 g water


Bereidingswijze roggepasta:

Begin drie dagen van te voren met het maken van de roggepasta.
90 g roggekorrels
90 g roggedesem
Meng de roggekorrels door de roggedesem en zet dit 3 dagen weg op kamertemperatuur.
Zorg ervoor dat het mengsel voordat je het bij je deeg doet 
26 °C. is.



Bereidingswijze brooddeeg:

Doe alle ingrediënten in de kom van keukenmachine en kneed dit 12 minuten.
Doe het deeg over in een licht met olie ingevette kom en laat dit 30 minuten rijzen bij een temperatuur van 29 °C. Dit wordt een bulkrijs genoemd.

Verdeel het deeg in twee gelijke stukken en bol ze mooi op. Dit kun je heel goed op het filmpje zien.
Laat deze bollen nu 90 minuten onder een bebloemde theedoek rijzen bij een temperatuur van 29 °C. Dit wordt de voorrijs genoemd.

Nu moet je het deeg opmaken voor een laatste rijs. Druk de bollen met vlakke hand plat en rol het naar je toe op.
Draai het deeg nu een kwart slag en druk het weer plat, rol het weer op.
Bol het deeg nu tussen de zijkanten van je handen tot je een mooie bol hebt.
Bestuif je rijsmandje met roggebloem en leg je deegbol erin, met de naad naar beneden. Dit wordt straks de bovenkant van je brood. Leg er een theedoek over.

Laat het deeg nu 3 tot 4 uur rijzen bij een temperatuur van 30-31 °C.
Verwarm de oven voor op 220 °C. het liefst met een pizzasteen.
Kiep de deegbollen uit de rijsmandjes op de hete steen en bak ze ca. 30
minuten.


Het liefst met stoom, dit kun je enigszins creëren door onder in de oven een braadslee of bakblik mee te laten verwarmen. Als je het deeg in de oven zet giet dan gelijk een kopje water in de hete braadslee of bakblik.



dinsdag 15 juli 2014

Soep van snijbiet of spinazie




Soep is altijd lekker, en je kunt het van van alles maken. Als er een overschot van iets is of als er wat op moet, maak er maar soep van, ideaal voor mensen met een moestuin.
Nu een soepje van snijbiet, kan ook van spinazie, het recept is ook spinazie-rucolasoep.
Ik heb alleen snijbiet gebruikt.
De snijbiet in de tuin moest eraf, de laatste keer dan het gesneden kon worden. Niet meer zo mooi als eerdere keren maar nog prima te eten.
Van de helft heb ik deze soep gemaakt, lekker met de zachte gevulde Turkse broodjes.
Het recept komt uit: Eten met familie en vrienden van Sarah Raven.

Ingrediënten:

40 g boter
1 el olijfolie
1 middelgrote ui, fijngesneden
2 tenen knoflook, fijngesneden
350 g aardappelen, geschild en in blokjes
1 liter kippen- of groentebouillon
1 kg verse snijbiet of spinazie, dikke stelen verwijderd, kleingesneden
250 g crème fraîche, plus wat extra om erdoor te roeren
versgeraspte nootmuskaat naar smaak
zout en zwarte peper
  

Bereidingswijze:

Verhit de boter met de olijfolie in een grote pan en smoor hierin de ui circa 5 minuten op laag vuur zonder deze te laten kleuren.
Voeg de aardappelblokjes en de bouillon toe en breng aan de kook. Kook de aardappelblokjes onafgedekt beetgaar.
Doe er 800 gram van de snijbiet of spinazie door en laat de soep ca. 5 minuten afkoelen. Doe er dan de rest van de snijbiet of spinazie bij (zo blijft de soep mooi helder groen). Schenk de soep in een keukenmachine of blender en pureer hem mooi glad.
Ik heb de snijbiet eerst even een paar minuten gestoomd, deze erbij gedaan, iets af laten koelen en in de blender gepureerd.
Giet de soep terug in de pan, roer de crème fraîche en nootmuskaat naar smaak erdoor. Verwarm de soep maar laat deze niet meer koken. Breng op smaak met zout en peper .




zaterdag 12 juli 2014

Tompouce of tompoes met een oranje tintje






Wie jarig is moet trakteren..... dus dan doen we dat ook maar.
Het leek me wel leuk om iets in de oranje sfeer te bakken, ervan uitgaande dat Oranje morgen wel in de finale zou staan... helaas het liep wat anders. 
Niet dat we nou zo van het voetbal zijn maar toch.....

Vroeger was ik wel helemaal voetbal, er hing er zelfs een voetballer boven mijn bed. Ik heb zelf ook jaren gevoetbald, in een ver verleden....
Nu dus niet meer, Evert houdt er helemaal niet van en ik ben daar eigenlijk in mee gegaan. We hebben dan ook geen wedstrijd gezien, vaak alleen het laatste kwartiertje, net genoeg om op de hoogte te blijven.

Ik heb dus getracht om oranje tompoezen te maken, het bladerdeeg is gewoon gekocht, je kent ze vast wel, de vierkante plakjes van Koopmans.
De banketbakkersroom komt uit het boek De Banketbakker van Cees Holtkamp Voor het glazuur heb ik nog gezocht voor oranje kleurstof maar dat was, hoe kan het anders, uitverkocht.
Dan maar kleuren met een beetje limonadesiroop, het geeft niet de kleur die ik in mijn hoofd had maar het gaat om het idee.

Ingrediënten voor 12 tompoezen:

6 plakjes bladerdeeg

Banketbakkersroom:

500 gram volle melk
100 gram suiker
½ vanillestokje
45 gram custardpoeder
2 eidooiers
mespuntje zout

Glazuur:

100 gram poedersuiker, gezeefd
20 gram water of limonadesiroop

Werkwijze:

Laat de bladerdeegplakjes ontdooien op een bakplaat en haal het plastic folie eraf. Prik de plakjes in met een vork.
Verwarm de oven voor op 180 °C. en bak de plakjes bladerdeeg 20 minuten. Verlaag dan de temperatuur naar 150 °C. en bak ze nog 10 minuten tot ze mooi goudbruin zijn.
Laat het bladerdeeg afkoelen op een rooster.

Banketbakkersroom:
Snijd het halve vanillestokje open, schraap het merg eruit en voeg het stokje plus het vanillemerg toe aan 450 gram melk en 50 gram suiker, breng dit aan de kook. Verwijder het vanillestokje als de melk kookt.
Roer de overige melk, suiker, custardpoeder, eidooiers en het zout door elkaar tot een glad papje.
Giet een beetje hete melk bij het custard papje en roer het goed door elkaar.
Giet dit mengsel bij de hete melk. Laat de gele room op laag vuur, onder voortdurend roeren twee minuten zachtjes koken.
Laat de room afgedekt met een stukje huishoudfolie afkoelen, zo voorkom je dat er een vel opkomt.

Glazuur:
Meng de poedersuiker met het water of limonadesiroop tot een glad papje.
Dit moet eigenlijk fondant zijn maar daar heb je blanke siroop voor nodig en dat hebben we niet in huis.
Strijk het glazuur over de helft van het bladerdeeg en snijd ze door de midden.
Snijd de andere helft van de bladerdeeg ook doormidden. Doe de gele room in een spuitzak en spuit deze over de andere helft van het bladerdeeg.

Leg het geglazuurde bladerdeeg op de room en klaar is je tompouce.